Nokia 2600 - Beveiligingsinstellingen

background image

Beveiligingsinstellingen

Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee oproepen kunnen
worden beperkt (zoals het blokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepen en
vaste nummers), kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer
kiezen.

Druk op

Menu

en selecteer achtereenvolgens

Instellingen

,

Beveiligingsinstellingen

en

PIN-code vragen

om in te stellen dat de PIN-code van de SIM-kaart moet

worden gevraagd wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Voor sommige
SIM-kaarten is het niet mogelijk om deze functie uit te schakelen.

Gesprekken blokkeren

. Met deze netwerkdienst kunt u inkomende en

uitgaande oproepen beperken. Selecteer een van de beperkingsopties en

1. Het menu Toebehoreninstellingen is alleen beschikbaar wanneer een toebehoren is aangeslo-

ten op de telefoon. De opties voor toebehoren zijn ook uitsluitend zichtbaar wanneer een toe-
behoren is aangesloten op de telefoon.

background image

49

Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.

schakel deze in (

Activeren

) of uit (

Annuleren

) of controleer of een

beperkingsoptie is geactiveerd (

Status controleren

).

Beperkte groep gebruikers

. Met deze netwerkdienst kunt u oproepen beperken

tot oproepen naar en van een bepaalde groep mensen.

Beveiligingsniveau

om in te stellen dat naar de beveiligingscode moet worden

gevraagd wanneer een nieuwe SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst
(

Telefoon

) of wanneer u de interne lijst met contacten selecteert (

Geheugen

).

Als u het beveiligingsniveau wijzigt, worden mogelijk alle lijsten met laatste
oproepen gewist, waaronder gemiste, ontvangen en uitgaande oproepen.

Toegangscodes wijzigen

als u de beveiligingscode, de PIN-code, de PIN2-code

of het blokkeerwachtwoord wilt wijzigen. Deze codes kunnen alleen bestaan
uit de nummers 0 tot en met 9.

Zorg ervoor dat u toegangscodes gebruikt die afwijken van alarmnummers,
zoals 112, om te voorkomen dat u per ongeluk het alarmnummer kiest.